4  Referentieprijzen en overige bronnen voor het waarderen van standaard zorgeenheden

In dit hoofdstuk worden een aantal standaard zorgeenheden besproken. Per zorgeenheid wordt de referentieprijs genoemd en aangegeven hoe deze verkregen is. Daarbij wordt de hiërarchie aangehouden die beschreven is in Paragraaf 3.3.1 en is voor iedere zorgeenheid aangegeven op welk hiërarchisch niveau de referentieprijzen zijn bepaald. Indien de brongegevens uit 2021 of ouder zijn, zijn deze geïndexeerd naar 2022 met behulp van prijsindexcijfers (zie Paragraaf 2.6.1.1). Achtereenvolgens komen de volgende zorgeenheden aan bod: - Verpleegdagen (Paragraaf 4.1) - Dagbehandelingen (Paragraaf 4.2) - Polikliniekbezoeken (Paragraaf 4.3) - Spoedeisende hulp ([Paragraaf 4.4) - Ambulancevervoer (Paragraaf 4.5) - Geneesmiddelen (Paragraaf 4.6) - Medische verrichtingen (Paragraaf 4.7) - Diagnostiek (Paragraaf 4.8) - Bloedproducten (Paragraaf 4.9) - Hulpmiddelen (Paragraaf 4.10) - Huisartsconsulten (Paragraaf 4.11) - Paramedische zorg (Paragraaf 4.12) - Ouderenzorg (Paragraaf 4.13) - Thuiszorg (Paragraaf 4.14) - Geestelijke gezondheidszorg (Paragraaf 4.15) - Revalidatie (Paragraaf 4.16) - Gehandicaptenzorg (Paragraaf 4.17)

4.1 Verpleegdagen

De referentieprijs voor een verpleegdag is gebaseerd op kostprijsonderzoek van het VWS (hiërarchie niveau A). De kosten per verpleegdag zijn € 537 (exclusief kosten personeel).De kosten van personeel worden geschat op 20% van de kosten van een verpleegdag. De referentieprijs voor een verpleegdag, inclusief personele kosten is daarom € 644.1

De kosten van een verpleegdag op de intensive care zijn gebaseerd op informatie van de VWS. De referentieprijs voor een verpleegdag op de intensive care is gelijk aan € 2727.1

Zelfstandig kostprijsonderzoek kan nodig zijn bij een patiëntenpopulatie met een relatief hoge of lage zorgcomplexiteit. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat referentieprijzen kunnen verschillen tussen medisch specialismen. Wanneer verpleegdagen zich concentreren in een specifiek medisch specialisme kan het nodig zijn zelfstandig kostprijsonderzoek te doen.

4.2 Dagbehandelingen in ziekenhuis

Dagbehandeling is een verzamelnaam voor vele vormen van behandeling in het ziekenhuis. Dit kenmerk vormt een van de problemen om een uniforme referentieprijs te schatten. Bovendien zijn recente nationale gegevens niet toegankelijk om op basis van uitgebreide data referentieprijzen voor veel voorkomende dagbehandelingen te schatten. Voor de kosten van toediening van oncolytica zijn referentieprijzen bepaald in een bottom-up microcosting studie uit 2018 (hiërarchie niveau A).2

In deze studie werd gekeken naar de kosten van intraveneuze en subcutane toediening van trastuzumab en rituximab in 6 Nederlandse ziekenhuizen. De schattingen zijn inclusief de kosten voor de apotheek en materialen, maar exclusief de kosten van de interventies. Bedragen kosten voor de intraveneuze toediening € 171 en voor subcutane toediening € 75,28. De studie rapporteert verschillende kosten, afhankelijk van het aantal therapieën die een patiënt ontvangt (monotherapie versus combinatietherapie) en de inlooptijd van therapie. In de studie was de gemiddelde duur van een intraveneuze toediening en subcutane toediening respectievelijk 66,6 en 6,5 minuten.2 Indien de inlooptijd van de therapie afwijkt van de gemiddelde inlooptijd van de studie wordt aangeraden om alternatieve kostprijzen te hanteren of zelfstandig kostprijsonderzoek te doen.

Voor andere specifieke dagbehandelingen zijn geen referentieprijzen bekend. Indexering van de referentieprijs uit 2015 levert een referentieprijs op van € 335. Deze referentieprijs is gebaseerd op de volumegegevens van kostprijsgegevens van 25 algemene en academische ziekenhuizen in 2003 (hiërarchie niveau B).3 De schatting bevat geen kosten van medisch specialisten en medische verrichtingen. Indien dagbehandelingen een belangrijk onderdeel vormt van een economische evaluatie wordt aangeraden zelfstandig kostprijsonderzoek te doen.

4.3 Polikliniekbezoeken

De referentieprijs voor polikliniekbezoeken bedraagt € 120. Deze referentieprijs is gebaseerd op CBS-data over de totale kosten en het totale aantal polikliniekbezoeken in 2019 (hiërarchie niveau B).4,5

Zelfstandig kostprijsonderzoek kan nodig zijn bij een patiëntenpopulatie met een relatief hoge of lage zorgzwaarte. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat referentieprijzen voor polikliniekbezoeken kunnen verschillen tussen medisch specialismen. Uitsplitsing van referentieprijzen naar specialismen is niet mogelijk vanwege een gebrek aan actuele gegevens. Wanneer polikliniekbezoeken zich concentreren in een specifiek medisch specialisme, kan zelfstandig kostprijsonderzoek daarom ook nodig zijn.

4.4 Spoedeisende hulp (SEH)

De referentieprijs voor SEH-bezoeken voor 2022 bedraagt € 258. Deze referentieprijs is gebaseerd op Kostenonderzoek beschikbaarheidsbijdrage spoedeisende hulp t.b.v. marktverstoringstoets 2021 (hiërarchie niveau A).6

Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat er grote verschillen kunnen zijn in kostprijzen van een contact met de SEH als gevolg van uiteenlopende intensiteit van de zorgvraag. Er zitten grote verschillen tussen typen SEH-behandelingen, variërend van de behandeling van een schaafwond tot grote multitrauma’s. Daarnaast is de organisatie van de SEH van invloed op de kosten. Zo zijn de kosten van beschikbaarheid (zoals van het in dienst hebben van voldoende personeel om trauma’s op te vangen) onder andere afhankelijk van het aantal patiënten dat de SEH normaliter bezoekt. Tot slot is het bij het bepalen van de kosten van SEH-bezoeken belangrijk om rekening te houden met de inzet van artsen en faciliteiten van andere afdelingen, zoals bijvoorbeeld afdelingen die in consult worden gevraagd (chirurgie, interne geneeskunde) of de gipskamer. Zelfstandig kostprijsonderzoek kan daarom nodig zijn indien SEH een belangrijk onderdeel is van de economische evaluatie

4.5 Ambulancevervoer

Tabel 4.1 toont de referentieprijzen voor ambulancevervoer. De referentieprijs voor de overkoepelende zorgeenheid ‘ambulancerit’ is berekend op basis van de totale uitgaven zoals gerapporteerd door het RIVM en het aantal uitgevoerde ambulance ritten zoals vermeld in het Sektorkompas Ambulancezorg (hiërarchie niveau B).7,8 Vervolgens is onderscheid gemaakt naar besteld (niet-spoed) vervoer en spoedvervoer. Op basis van informatie uit de Tariefbeschikking regionale ambulancevoorzieningen van het NZa is verondersteld dat spoedvervoer 2,25 keer duurder is dan besteld vervoer.9

Tabel 4.1: Referentieprijzen ambulancevervoer
Eenheid Referentieprijs
Ambulancerit, gewogen gemiddelde € 528
Ambulancerit, besteld vervoer € 293
Ambulancerit, spoedvervoer € 657
Bronnen:
Ambulancezorg Nederland (2020) Sektorkompas Ambulancezorg 2019
NZa (2022) Tariefbeschikking regionale ambulancevoorzieningen
RIVM (2019) Kosten van ziekten

4.6 Geneesmiddelen

In de berekening van kosten voor geneesmiddelen moet onderscheid gemaakt worden naar geneesmiddelen die uitsluitend op recept door een apotheek mogen worden geleverd (Uitsluitend op recept; UR) en geneesmiddelen die zonder recept vrij verkrijgbaar zijn (Over The Counter; OTC). Dit onderscheid is van belang voor de kostenberekening. UR-geneesmiddelen vallen namelijk onder de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Geneesmiddelen kunnen onderdeel zijn van intramurale zorg (zorg voor patiënten die in een ziekenhuis of andere instelling verblijven), of kunnen worden voorgeschreven aan patiënten die niet in een instelling verblijven (extramurale zorg). Extramurale geneesmiddelen worden alleen vergoed uit het basispakket als het middel is opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).

Hieronder wordt eerst ingegaan op de kostenbepaling van Wmg-geneesmiddelen. Daarbij wordt onder andere de waardering van geneesmiddelen en de afleverkosten besproken. Vervolgens wordt de kostenbepaling voor intramurale geneesmiddelen beschreven. Ten slotte wordt ingegaan op de kostenbepaling van OTC-geneesmiddelen.

4.6.1 Wmg-geneesmiddelen

Geneesmiddelen die vallen onder de Wmg worden gewaardeerd door de inkoopprijs van het geneesmiddel op te tellen bij de vergoeding voor de kosten van de farmaceutische zorg (ook wel: afleverkosten).

\[ \text{Kosten WMG-geneesmiddelen} = \text{Inkoopprijs geneesmiddel} + \text{Kosten farmaceutische zorg} \]

4.6.1.1 Waardering van geneesmiddelen

De primaire bron die publiek toegankelijk is om de kosten van geneesmiddelen te bepalen is de website www.medicijnkosten.nl van Zorginstituut Nederland. De website geeft inzicht in de variatie aan kosten tussen de verschillende fabrikanten die het geneesmiddel leveren. Op basis van de dosis en de frequentie van het gebruik kunnen de kosten van de Wmg-geneesmiddelen worden berekend. De informatie op deze website wordt iedere maand geactualiseerd en is gebaseerd op gegevens uit de G-standaard. Naast de inkoopprijs van de geneesmiddelen wordt ook informatie gegeven over de hoogte van de eventuele eigen bijdrage voor de patiënt. Uitgaande van een maatschappelijk perspectief moeten in de berekening alle kosten worden meegenomen, inclusief eventuele eigen bijdrage voor de patiënt. Voor Wmg-geneesmiddelen bevat medicijnkosten.nl de officiële declaratieprijzen exclusief de kosten voor farmaceutische zorg. Voor de waardering van geneesmiddelen wordt uitgegaan van de laagste kosten van het betreffende geneesmiddel.

Alternatieve bronnen zijn de G-standaard van de Z-index, de declaratiebestanden van zorgverzekeraars (Vektis) en landelijke registraties, zoals de GIP-databank (www.gipdatabank.nl; vrij toegankelijk), Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK; www.sfk.nl; vrij toegankelijk). Aan het gebruik van de G-standaard en de declaratiebestanden van zorgverzekeraars zijn kosten verbonden. De gegevens van de GIP-databank en SFK zijn publiek toegankelijk, maar de data zijn geaggregeerd. In de GIP-databank kunnen gemiddelde kosten per gebruiker per jaar verkregen worden, uitgesplitst voor merkgeneesmiddelen en generieke middelen.

De prijzen zoals gerapporteerd op www.medicijnkosten.nl zijn inclusief 9% BTW (Belasting Toegevoegde Waarde). De prijzen in de G-standaard zijn standaard exclusief BTW. In economische evaluaties dienen prijzen exclusief BTW te worden gebruikt.

4.6.1.2 Kosten voor farmaceutische zorg (afleverkosten)

Per geleverd geneesmiddel wordt een bedrag in rekening gebracht voor de levering van het geneesmiddel aan de patiënt. Dat wil zeggen dat als op een recept bijvoorbeeld drie verschillende geneesmiddelen worden voorgeschreven, driemaal deze kosten worden berekend. De hoogte van het aflevertarief is onafhankelijk van het aantal dagen waarvoor het geneesmiddel is voorgeschreven. Hierbij geldt dat per levering voor maximaal 90 dagen mag worden geleverd.

De tarieven voor de levering van een geneesmiddel aan een patiënt zijn sinds 2012 vrij te bepalen door de zorgverzekeraars in hun onderhandeling met de apothekers en kunnen daarom verschillen per apotheek. Op de website www.medicijnkosten.nl wordt uitgegaan van een bedrag tussen WAARDE en WAARDE voor een standaardlevering van een medicijn. Er wordt daarom uitgegaan van afleverkosten van WAARDE per levering. In een aantal situaties kan de hoogte van het aflevertarief verschillen van het standaard aflevertarief. Als er sprake is van een eerste uitgifte wordt dit bedrag verhoogd tot een bedrag tussen WAARDE en WAARDE. Er wordt daarom bij een eerste uitgifte uitgegaan van WAARDE. Daarnaast kunnen afwijkende afspraken zijn gemaakt over aflevertarieven voor leveringen buiten kantoortijd, specifieke leveringen, zoals geneesmiddelen die niet kant-en-klaar beschikbaar zijn (de zogenaamde eigen bereidingen) en geneesmiddelen die in week-doseer-systemen worden geleverd. De website Www.medicijnkosten.nl geeft indicaties van afleverkosten. Veelal ontbreekt informatie over eerste uitgiftes en specifieke leveringen. Hierbij wordt de volgende vuistregel gehanteerd: er wordt uitgegaan van een eerste uitgifte indien het geneesmiddel voor een korte periode is voorgeschreven, bijvoorbeeld voor minder dan 30 dagen. Voor de berekening van de kosten van medicatie voor chronisch gebruik wordt uitgegaan van het standaardtarief.

4.6.1.3 Overige opmerkingen

Zorgverzekeraars en apothekers kunnen onderling afspraken maken over kortingspercentages op de inkoopprijs van geneesmiddelen. De inkoopprijzen kunnen daardoor verschillen per apotheek. Exacte informatie over de vergoedingen van zorgverzekeraars aan apotheken is alleen te achterhalen op basis van data van zorgverzekeraars. Bij gebrek aan informatie over kortingspercentages worden in de berekening van medicijnkosten de lijstprijzen (de prijzen zonder korting) gehanteerd, zoals gerapporteerd op www.medicijnkosten.nl.

Voor de waardering van geneesmiddelen die in de apotheek specifiek moeten worden bereid is men aangewezen op zelfstandig kostprijsonderzoek op basis van de financiële administratie van de apotheek. Er moet daarbij rekening gehouden worden met de kosten van grondstoffen en de kosten van bereiding zelf. Dit is echter alleen van belang als deze middelen een belangrijk onderdeel zijn van het onderzoek.

In een aantal gevallen kunnen bijkomende kosten een rol spelen bij het gebruik van Wmg-geneesmiddelen. Voorbeelden hier van zijn injecties waarvan de dosering afwijkt van de standaard verpakking zoals deze door de fabrikant wordt geleverd.

4.6.1.4 Kosten voor geneesmiddelen bij intramuraal gebruik

Omdat ziekenhuizen en andere instellingen vaak grote volumes aan geneesmiddelen gebruiken, kunnen ziekenhuizen en andere instellingen geneesmiddelen, als gevolg van onderhandelingen met farmaceuten, (mogelijk) tegen lagere prijzen inkopen dan openbare apotheken. De kosten van geneesmiddelen in een intramurale setting kunnen daardoor afwijken van de kosten in een extramurale setting. In de praktijk is het vaak niet mogelijk om inkoopprijzen voor intramuraal gebruik te achterhalen. Bovendien kunnen prijzen variëren per ziekenhuis. Als de kosten van bepaalde geneesmiddelen tijdens een opname of dagbehandeling een belangrijk onderdeel vormen van de totale kosten is het noodzakelijk om hiernaar zelf onderzoek te doen, bijvoorbeeld via de financiële administratie van ziekenhuizen. Als dit niet mogelijk is, zal gebruik moeten worden gemaakt van www.medicijnkosten.nl.

Naast eventuele kortingen die individuele ziekenhuizen onderhandelen met fabrikanten, gelden voor sommige dure geneesmiddelen (additionele) prijsverlagingen vanwege financiële arrangementen die fabrikanten zijn overeengekomen met het Buro Financiële Arrangementen Geneesmiddelen (BFAG) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Individuele kortingspercentages per product zijn vertrouwelijk en niet verrekend in de prijzen zoals gerapporteerd op www.medicijnkosten.nl; de totale jaarlijkse uitgavenverlaging over alle middelen waarvoor een arrangement is afgesloten wordt wel gepubliceerd.Refmedicijnkosten? Echter, omdat de variatie in kortingen mogelijk aanzienlijk is en omdat kortingen per product niet beschikbaar zijn, wordt ook hier aangeraden om de prijzen van www.medicijnkosten.nl te gebruiken.

De kosten voor farmaceutische zorg voor extramurale geneesmiddelen kunnen worden gebruikt als benadering voor de afleverkosten van de ziekenhuisapotheek. Een andere mogelijkheid is het uitvoeren van zelfstandig kostprijsonderzoek via de financiële administratie van ziekenhuizen. Deze optie wordt aanbevolen indien geneesmiddelen die tijdens het verblijf in een ziekenhuis worden toegediend een groot aandeel hebben in de totale kosten.

Voor geneesmiddelen die parenteraal worden toegediend door een verpleegkundige in het ziekenhuis moet rekening worden gehouden met de kosten van toediening van het middel, bijvoorbeeld de kosten van een infusiesysteem en de kosten voor een verpleegkundige. De kosten van subcutane en intraveneuze toediening van oncologische middelen is beschreven in Paragraaf 4.2. Indien kostprijzen van toediening voor niet-oncologische middelen niet beschikbaar zijn, kunnen kostprijzen van toediening van oncologische middelen zoals beschreven in Paragraaf 4.2 als proxyprijs worden gebruikt. Voorwaarde daarbij is dat het proces van toediening voor niet-oncologische middelen (waaronder locatie, aantal betrokken zorgverleners en inlooptijd) overeenkomt met het proces voor oncologische middelen. Het is aan de onderzoeker om te bepalen in hoeverre aan deze voorwaarde wordt voldaan en of het gebruik van een proxyprijs geoorloofd is. In toenemende mate worden behandelingen in de thuissituatie aangeboden waarbij de behandeling plaatsvindt onder begeleiding van een medische specialist (ziekenhuisverplaatste zorg). Toedieningskosten in de thuissituatie kunnen aanzienlijk verschillen van toedieningskosten in het ziekenhuis.2

4.6.2 OTC-geneesmiddelen

OTC-geneesmiddelen worden gewaardeerd door middel van de verkoopprijs van het middel. De status van zelfzorgmiddelen is te vinden in het Farmacotherapeutisch Kompas (www.farmacotherapeutischkompas.nl). Informatie over de waardering van OTC-geneesmiddelen is te vinden op www.medicijnkosten.nl. Op zelfzorgmiddelen worden géén afleverkosten berekend (ook niet als het geneesmiddel op recept wordt geleverd). Bij voorkeur wordt uitgegaan van de verkoopprijs van hele standaard verpakkingen.

4.7 Medische verrichtingen

Bij voorkeur worden medische verrichtingen gewaardeerd door middel van zelfstandig kostprijsonderzoek, in het bijzonder wanneer zij een groot aandeel in de totale kosten hebben. De belangrijkste variabelen die de kostprijs van medische verrichtingen bepalen zijn de tijdsduur, de personele bezetting en het gebruik van speciale materialen, bijvoorbeeld implantaten. Indien zelfstandig kostprijsonderzoek niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van de financiële administratie van ziekenhuizen.

In 2022 zijn op basis van bottom-up kostprijsonderzoek in vijf Nederlandse ziekenhuizen integrale kostprijzen per minuut berekend voor het gebruik van een operatiekamer (OK), met onderscheid naar conventionele en hybride operatiekamers) (hiërarchie niveau A).10 De kostprijs van het gebruik van een conventionele OK bedraagt € 11,09 per minuut en het gebruik van een hybride OK bedraagt € 23,34 per minuut. Deze kostprijzen omvatten kosten voor huisvesting, apparatuur, personeel en overhead. Indien gebruik wordt gemaakt van deze kostprijzen dient te worden nagegaan of de onderliggende gegevens representatief zijn voor de studie. Kosten van materialen zijn niet inbegrepen in de kostprijzen.

4.8 Diagnostiek

Onder eerstelijnsdiagnostiek valt de (diagnostische) zorg die zowel door ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra als trombosediensten en huisartsenlaboratoria geleverd wordt. Tabel 4.2 geeft de referentieprijzen van veel gebruikte beeldvormende diagnostiek. Deze gegevens zijn afkomstig uit het Kostprijsonderzoek medische specialistische zorg (MSZ) 2016 van het NZa (hiërarchie niveau A).11

Tabel 4.2: Referentieprijzen beeldvormende diagnostiek
Eenheid Referentieprijs
MRI algemeen (gewogen gemiddelde) € 267
MRI heup(en)/ onderste extremiteit(en) € 264
MRI hersenen € 254
MRI lumbosacrale wervelkolom € 227
MRI schouder(s)/ bovenste extremiteit(en) € 271
MRI abdomen € 342
CT algemeen (gewogen gemiddelde) € 188
CT onderzoek van het abdomen, retroperitoneum, inclusief inbegrepen orale en/of rectale contraststof, met of onder toediening van een intraveneus contrastmiddel. € 214
CT onderzoek van de thorax, het hart en grote vaten inclusief inbrengen contrastmiddel € 196
CT onderzoek van de hersenen en/of schedel met of zonder intraveneus contrastmiddel € 153
CT onderzoek van de onderste extremiteiten, met of zonder intraveneus contrast € 179
CT onderzoek van de aangezichtsschedel, met of zonder intraveneus contrast € 147
SPECT algemeen (gewogen gemiddelde) € 445
SPECT van skelet detail € 266
SPECT van hartkamers ECG-getriggerd, rust met EF-berekeningen € 515
SPECT van de hersenen € 626
SPECT van abdomen € 323
PET algemeen (gewogen gemiddelde) € 963
PET WB (Whole Body), oncologie € 971
PET Partieel (Neurologisch, Cardiologisch) € 700
Echografie algemeen (gewogen gemiddelde) € 103
Echografie van de buikorganen € 118
Echografie onderste extremiteit(en) € 97,16
Echografie a vue in verband met zwangerschap € 85,76
Echografie van mamma € 95,8
Echografie van de schildklier en/of hals € 91,08
Röntgenonderzoek € 82,17
24-uurs bloeddrukmeting € 86,78
Bron: Kostprijsonderzoek msz

Tabel 4.3 geeft de referentieprijzen van laboratoriumdiagnostiek voor algemeen onderzoek. Deze gegevens zijn afkomstig uit het Kostprijsonderzoek MSZ 2016 van het NZa (hiërarchie niveau A).11 Het gewogen gemiddelde is berekend op basis van de verhouding van het aantal gedeclareerde zorgactiviteiten per type diagnostiek.

Daarnaast moet rekening worden gehouden met eventuele kosten voor de afname van materiaal (bijvoorbeeld bloed en urine). Indien deze kosten niet zijn opgenomen in de kostprijs van verpleegdagen, dagbehandelingen of polikliniekbezoeken moeten zij apart worden meegenomen. Het ziekenhuis ontvangt voor het afnemen van materiaal een vergoeding die is gebaseerd op het zogenaamde ordertarief. Het gemmiddelde ordertarief bedraagt € 4,22. Het gemiddeld aantal bepalingen per afname wordt geschat op 6, wat resulteert in een ordertarief per bepaling van € 0,7.

Tabel 4.3: Referentieprijzen laboratoriumdiagnostiek
Eenheid Referentieprijs
CRP bepaling € 4,38
HbA1C bepaling € 4,52
TSH bepaling € 4,14
Kreatinine bepaling € 1,49
Kreatinine klaring € 6,14
ALAT bepaling € 1,74
Bron: Kostprijsonderzoek msz

4.9 Bloedproducten

De primaire bron die publiek toegankelijk is om kosten van bloedproducten te bepalen is de website www.farmacotherapeutischkompas.nl van Zorginstituut Nederland (hiërarchie niveau D).De website geeft inzicht in de variatie aan kosten tussen de verschillende fabrikanten die de bloedproducten leveren. Op basis van de dosis en de frequentie van het gebruik kunnen de kosten worden berekend. De informatie op deze site wordt iedere maand geactualiseerd en is gebaseerd op gegevens van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) of de European Medicines Agency (EMA). Naast de inkoopprijs van de bloedproducten wordt ook informatie gegeven over de hoogte van de eventuele eigen bijdrage van de patiënt.

De prijzen zoals gerapporteerd op www.farmacotherapeutischkompas.nl zijn inclusief 9% BTW (Belasting Toegevoegde Waarde).

4.10 Hulpmiddelen

Hulpmiddelen omvatten een gevarieerd scala aan producten. Tabel 4.4 geeft een overzicht van de 10 hulpmiddelen met de hoogste kosten per declaratie, zoals gerapporteerd op www.gipdatabank.nl (hiërarchie niveau B). Hier wordt een breed scala aan kosten van hulpmiddelen per declaratie gepresenteerd.12 Desgewenst geeft GIPdatabank ook een overzicht van meest gedeclareerde hulpmiddelen en hulpmiddelen met de meeste gebruikers.Wanneer specifieke hulpmiddelen niet beschikbaar zijn in GIP-databank kan worden uitgegaan van geldende marktprijzen. Daarbij moet rekening gehouden worden dat er veel variatie kan zijn in specificaties van hulpmiddelen wat kan leiden tot verschillen in prijzen. Ook kunnen verschillende aanbieders uiteenlopende prijzen hanteren voor hetzelfde product.

Tabel 4.4: Referentieprijzen hulpmiddelen
Eenheid Referentieprijs
Armprothese € 3540
Beenprothese € 2790
Hulpmiddelen voor het gebruik van communicatiehulpmiddelen (vb. computers voor lichamelijk gehandicapten) € 1550
Hulpmiddelen voor communicatie en informatie bij visuele beperkingen (vb. vergrootglazen) € 1230
Overige hulpmiddelen voor communicatie, informatie en signalering € 1170
Overige hulpmiddelen voor mobiliteit € 1040
Overige hulpmiddelen diabetes € 974
Overige hulpmiddelen voor arm-hand-vingerfunctie € 927
Orthopedisch schoeisel € 889
Bijzondere optische hulpmiddelen € 731
Bron: Zorginstituut Nederland (2022) Gipdatabank

4.11 Huisartsconsulten

De belangrijkste variabelen die de kostprijs van huisartsconsulten bepalen zijn de tijdsduur, de locatie en eventueel het gebruik van materiaal. Tabel 4.5 toont de referentieprijs voor huisartsenzorg, gebaseerd op de totale uitgaven in 2021 en het aantal consulten in 2021 (hiërarchie niveau B).13 Er is onderscheid gemaakt naar een standaard consult en visite aan huis. De kosten werden aan deze eenheden toegewezen op basis van de direct toewijsbare kosten per volume, vermeerderd met de indirecte kosten (inschrijftarieven). Inschrijftarieven zijn evenredig aan consulten en visites toegeschreven.

Informatie over de uitgaven voor de Praktijkondersteuner Huisarts (POH)-somatiek en het aantal contacten is niet beschikbaar, waardoor referentieprijzen voor de POH-somatiek en de huisarts niet kunnen worden onderscheiden. Indien de kosten van de POH een belangrijk onderdeel uitmaken van de economische evaluatie, is zelfstandig kostprijsonderzoek noodzakelijk.

Tabel 4.5: Referentieprijzen huisartsconsulten
Eenheid Referentieprijs
Huisarts, consult gemiddeld (ook geldend voor telefonisch en e-mail consult) € 30,87
Huisarts, consult korter dan 20 minuten (ook geldend voor telefonisch en e-mail consult) € 28,74
Huisarts, consult langer dan 20 minuten (ook geldend voor telefonisch en e-mail consult) € 42,47
Huisarts, visite gemiddeld € 43,31
Huisarts, visite korter dan 20 minuten € 36,72
Huisarts, visite langer dan 20 minuten € 48,21
Bron: Zorginstituut Nederland (2023) Zorgcijfersdatabank

4.12 Paramedische zorg

Er worden verschillende vormen van paramedische zorg onderscheiden, onder andere fysiotherapie, oefentherapie (Mensendieck en Cesar), logopedie, ergotherapie en dieetadvisering. Een omvangrijk deel van de kosten van paramedische zorg bestaat uit de tijd van de behandelaar en de kosten van apparatuur. De referentieprijzen voor paramedische zorg zijn opgenomen in Tabel 4.6. Deze referentieprijzen zijn gebaseerd op de totale uitgaven en productiegegevens in 2021 in de extramurale setting (hiërarchie niveau B).14

Tabel 4.6: Referentieprijzen paramedische zorg per zitting
Eenheid Referentieprijs
Fysiotherapie (per zitting) € 38,89
Oefentherapie (per zitting) € 42,91
Logopedie (per zitting) € 40,93
Ergotherapie (per zitting) € 24,32
Dieetadvisering (per zitting) € 24,7
Gecombineerde leefstijlinterventies (GLI) € 128
Bron: Zorginstituut Nederland (2023) Zorgcijfersdatabank

4.13 Ouderenzorg

Tabel 4.7 geeft de referentieprijzen voor ouderenzorg met verblijf. De referentieprijs voor zorg met verblijf (verpleging en verzorging, inclusief dagbesteding) is gebaseerd op de totale uitgaven en productiegegevens in 2022. Dit is een gemiddelde over patiënten met verschillende zorgzwaartes (hiërarchie niveau B).15 Gegevens voor specifieke zorgzwaartes zijn beschikbaar op Zorgcijfersdatabank.15 De referentieprijs van dagbesteding is gebaseerd op de kostprijs dagbesteding basis berekend door KPMG (hiërarchie niveau A).16

Zelfstandig kostprijsonderzoek kan nodig zijn voor patiëntenpopulaties met een relatief hoge of lage zorgzwaarte, of wanneer deze kosten een belangrijk onderdeel vormen van de economische evaluatie.

Tabel 4.7: Referentieprijzen verpleeghuis en verzorgingshuis
Eenheid Referentieprijs
Verpleging & verzorging, incl. dagbesteding, per dag € 290
Dagbesteding, per dagdeel € 83,29
Bronnen: Zorginstituut Nederland (2023) Zorgcijfersdatabank53 en KPMG (2018) Kostenonderzoek langdurige zorg

Tabel 4.8 geeft de referentieprijzen voor geriatrische revalidatiezorg. De referentieprijzen zijn gebaseerd op de totale kosten van het gehele verblijf en de gemiddelde dagen per verblijf (hiërarchie niveau B).15,17

Tabel 4.8: Referentieprijzen geriatrische revalidatiezorg
Eenheid Referentieprijs
Geriatrische revalidatiezorg, gemiddeld per dag € 329
Geriatrische revalidatiezorg na amputatie, per dag € 306
Geriatrische revalidatiezorg na CVA, per dag € 357
Geriatrische revalidatiezorg na electieve operatie, per dag € 360
Geriatrische revalidatiezorg na trauma, per dag € 331
Geriatrische revalidatiezorg overige diagnoses, per dag € 311
Bronnen: Zorginstituut Nederland (2023) Zorgcijfersdatabank en Vektis (2021) Factsheet Geriatrische Revalidatiezorg

4.14 Thuiszorg

Binnen de zorgeenheden die onder thuiszorg vallen, worden huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, begeleiding, verpleging en behandeling onderscheiden. Kostprijzen voor deze typen thuiszorg zijn gebaseerd op de cijfers en volumes gepresenteerd in Zorgcijfersdatabank (hiërarchie niveau B).15

Tabel 4.9 geeft de referentieprijzen voor thuiszorg. De referentieprijzen voor persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling zijn gebaseerd op de totale uitgaven en productiegegevens in 2022 (hiërarchie niveau B).15 Er is binnen deze zorgeenheden geen onderscheid gemaakt naar thuiszorg voor ouderen en thuiszorg binnen de geestelijke gezondheidszorg of gehandicaptenzorg.

Tabel 4.9: Referentieprijzen thuiszorg
Eenheid Referentieprijs
1. Huishoudelijke hulp (hulp bij het opruimen en schoonmaken van de woonruimte) € 32,76
2. Persoonlijke verzorging (ondersteunen of overnemen van activiteiten omtrent persoonlijke verzorging) € 57,58
3. Begeleiding (activiteiten ter ondersteuning bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen) € 64
4. Verpleging (handelingen ter herstel of voorkoming van verergering van de aandoening) € 75
5. Behandeling (noodzakelijke handelingen in verband met aandoening, omvattende geneeskundige zorg) € 138
Bron: ZIN (2023) Zorgcijfersdatabank

Naast de kosten die direct gerelateerd zijn aan de zorg voor patiënten, moet er rekening worden gehouden met de reiskosten voor de zorgverlener. Hierbij wordt op basis van gegevens van Zorgcijfersdatabank uitgegaan van € 30,64 per bezoek (hiërarchie niveau B).15 De reiskosten voor de zorgverlener bestaan uit de kosten van reistijd en de materiele kosten (vervoer, onderhoud en afschrijving). De totale kosten van thuiszorg kunnen als volgt worden berekend:

\[ \text{Totale kosten per bezoek thuiszorg = (Referentieprijs~thuiszorg * Aantal~uur~verleende~zorg) + Reiskosten} \]

Voorbeeld 7

Verpleging thuis

Een persoon krijgt iedere dag 2 uur verpleging thuis. De totale kosten per bezoek thuiszorg is daarmee € 30,64 + € 75 * 2 = € 106 per dag.

4.15 Geestelijke gezondheidszorg

Sinds de stelselwijzing in 2014 zijn de eerste-, tweede- en derdelijnszorg binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) vervangen door een onderverdeling in echelons. Deze echelons dienen een continuüm te vormen waarmee gepaste zorg op de juiste plaats ontstaat. Behandeling van patiënten met lichte psychische klachten vindt plaats bij de huisarts in samenwerking met een POH. De zorg voor mensen met matige, niet complexe stoornissen, valt binnen de generalistische basis GGZ. Deze behandeling kan bestaan uit gesprekken met bijvoorbeeld een (vrijgevestigde) psycholoog of psychotherapeut, of een internetbehandeling (e-health). Patiënten met een complexere en/of meer risicovolle stoornis worden doorverwezen naar de gespecialiseerde GGZ. Deze vorm van GGZ wordt verleend door een psychiater, klinisch psycholoog en/of psychotherapeut in een GGZ-instelling. De vorm van de behandeling kan variëren van ambulant, dagbehandeling, deeltijd- of klinische opname. Voor mensen die weliswaar langdurige zorg nodig hebben, maar voor wie een psychiatrisch ziekenhuis een te zware vorm van zorg is, bestaan er beschermende woonvormen (Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen, RIBW).

Hieronder worden achtereenvolgens de referentieprijzen voor GGZ besproken per zorgverlener. Met uitzondering van huisartsconsulten en POH-GGZ consulten, wordt uitgegaan van een uur per contact, in lijn met het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidzorg en forensische zorg 2020.18 Daarnaast wordt de kostprijs per minuut gegeven omdat de duur van het contact per minuut leidend is in het Zorgprestatiemodel per 2022.

4.15.1 Huisarts

GGZ in de huisartspraktijk kan worden verleend door de huisarts of door een POH. De kostprijs van een consult met de huisarts is € 30,87(zie Paragraaf 4.11).

Voor de berekening van de kostprijs van een contact met de POH-GGZ zijn de gegevens over de totale kosten en volumes gebruikt van Zorgcijfersdatabank over POH-GGZ, zoals weergegeven in Tabel 4.10 (hiërarchie niveau B).13

Tabel 4.10: Referentieprijzen POH-GGZ
Eenheid Referentieprijs
POH-GGZ, consult gemiddeld (ook geldend voor telefonisch en e-mailconsult) € 20,85
POH-GGZ, consult korter dan 20 minuten (ook geldend voor telefonisch en e-mailconsult) € 9,31
POH-GGZ, consult langer dan 20 minuten (ook geldend voor telefonisch en e-mailconsult) € 23,12
POH-GGZ, visite gemiddeld € 28,5
POH-GGZ, visite korter dan 20 minuten € 17,34
POH-GGZ, visite langer dan 20 minuten € 28,91
POH-GGZ, Groepsconsult € 11,56
Bron: ZIN (2023) Zorgcijfersdatabank

4.15.2 Maatschappelijk werk

De kostprijs voor maatschappelijk werk is gebaseerd op het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidzorg en forensische zorg 2020 (hiërarchie niveau A), waarbij in 2022 uitgegaan wordt van een geïndexeerde kostprijs van € 127 per contact en € 2,12 per minuut.18

4.15.3 Contact vrijgesvestigd zorgverlener in de basis GGZ

Voor de waardering van een contact met een vrijgevestigd zorgverlener is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde van de kostprijzen gegeven over zorgverleners in de Basis GGZ. Hierin zijn verschillende categorieën psychologen, verpleegkundigen en artsen meegenomen. Voor deze waardering is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan wordt een kostprijs per zorgverlener van € 98,61 per contact en € 1,64 per minuut berekend.

4.15.4 Generalistische basis GGZ-instellingen, contact zorgverlener

Voor de waardering van een contact met een zorgverlener binnen een generalistische basis GGZ-instelling, is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde van de kostprijzen gegeven over de zorgverleners binnen generalistische basis GGZ-instellingen. Hierin zijn verschillende categorieën psychologen, verpleegkundigen en artsen meegenomen. Voor deze waardering is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan wordt een kostprijs per zorgverlener van € 121 per contact en € 2,02 per minuut berekend.

4.15.5 Contact vrijgevestigd zorgverlener in de specialistische GGZ

Voor de waardering van een contact met een vrijgevestigd zorgverlener is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde van de kostprijzen gegeven over de vrijgevestigde zorgverleners in de specialistische GGZ. Hierin zijn verschillende categorieën psychologen, verpleegkundigen en artsen meegenomen. Voor deze waardering is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan wordt een kostprijs per zorgverlener van € 140 per contact en € 2,33 per minuut berekend.

4.15.6 Specialistische GGZ-instellingen, contact zorgverlener

Voor de waardering van een contact met een zorgverlener binnen een specialistische GGZ-instelling, is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde van de kostprijzen gegeven over de zorgverleners binnen de specialistische GGZ-instellingen. Hierin zijn verschillende categorieën psychologen, verpleegkundigen en artsen meegenomen. Voor deze waardering is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan wordt een kostprijs per zorgverlener van € 134 per contact en € 2,23 per minuut berekend.

4.15.7 Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ)/Psychiatrische Universiteitskliniek (PUK), contact zorgverlener in de specialistische GGZ

Voor de waardering van een contact met een zorgverlener binnen een PAAZ/PUK instelling, is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde van de kostprijzen gegeven over de zorgverleners binnen PAAZ/PUK instellingen. Hierin zijn verschillende categorieën psychologen, verpleegkundigen en artsen meegenomen. Voor deze waardering is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan wordt een kostprijs per zorgverlener van € 148 per contact en € 2,47 per minuut berekend.

4.15.8 Verpleegdag psychiatrische instelling

Voor de waardering van een verpleegdag in een psychiatrisch ziekenhuis/instelling is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde voor de verschillende zorgzwaartepakketten van verblijf. Hiervoor is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan is een kostprijs per verpleegdag in een psychiatrische instelling van € 327 per dag berekend.

4.15.9 Verpleegdag Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ)/Psychiatrische Universiteitskliniek (PUK)

Voor de waardering van een verpleegdag in de PAAZ/PUK is gebruik gemaakt van een gewogen gemiddelde voor de verschillende zorgzwaartepakketten van verblijf. Hiervoor is het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 gebruikt (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan is een kostprijs per verpleegdag in een psychiatrische instelling, geïndexeerd naar 2022, van € 490 per dag berekend.

4.15.10 Gespecialiseerde GGZ, dagbesteding

Bij de waardering van dagbesteding binnen de gespecialiseerde GGZ is gebruik gemaakt van het Kostprijsonderzoek geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2020 (hiërarchie niveau A).18 Op basis hiervan is een geïndexeerde kostprijs van € 22,81 per dagdeel berekend.

4.16 Revalidatie

Kostprijsberekeningen voor revalidatie zijn complex vanwege grote verschillen tussen de behandeling van patiënten en de grote hoeveelheid apparatuur die wordt gebruikt. De belangrijkste variabelen die de kostprijs bepalen zijn de tijdsduur en het gebruik van apparatuur. De referentieprijzen voor revalidatie in Tabel 4.11 zijn gebaseerd op het Brancherapport Revalidatie 2020 (hiërarchie niveau B).19 De referentieprijzen voor revalidatie zijn bepaald door de totale kosten over de revalidatiecentra te delen door het aantal uitgevoerde consulten en het aantal verpleegdagen. De verschillende kosten voor kinderen en volwassenen zijn berekend op basis van het relatieve aandeel in de totale patiëntenpopulatie en kosten.

Tabel 4.11: Referentieprijzen revalidatie
Eenheid Referentieprijs
Revalidatie behandelconsult, kinderen en volwassenen € 371
Revalidatie behandelconsult, kinderen € 497
Revalidatie behandelconsult, volwassenen € 347
Verpleegdag revalidatiecentrum, kinderen en volwassenen (incl. revalidatie behandeluren) € 910
Verpleegdag revalidatiecentrum, kinderen (incl. revalidatie behandeluren) € 1368
Verpleegdag revalidatiecentrum, volwassenen (incl. revalidatie behandeluren) € 849
Bron: Brancherapport Revalidatie 2020

4.17 Gehandicaptenzorg

Onder de gehandicaptenzorg wordt een groot aantal verschillende soorten zorgorganisaties verstaan. De qua omvang belangrijkste zorgorganisaties zijn die voor verstandelijk en zintuiglijk gehandicapten, de dagverblijven gehandicapten en de gezinsvervangende tehuizen. De belangrijkste variabelen die de kostprijs van gehandicaptenzorg bepalen zijn personele middelen, de tijdsduur en het gebruik van hulpmiddelen en apparatuur.

De referentieprijzen voor zorg met verblijf in Tabel 4.12 zijn gebaseerd op de totale uitgaven en volume van geleverde zorg in 2022, afkomstig van Zorgcijfersdatabank (hiërarchie niveau B).20

Tabel 4.12: Referentieprijzen gehandicaptenzorg
Eenheid Referentieprijs
Zorg met verblijf (per dag), verstandelijk gehandicapten, incl. dagbesteding € 282
Zorg met verblijf (per dag), verstandelijk gehandicapten, excl. dagbesteding € 163
Zorg met verblijf (per dag), licht verstandelijk gehandicapten, incl. dagbesteding € 345
Zorg met verblijf (per dag), sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten, incl. dagbesteding € 458
Zorg met verblijf (per dag), lichamelijk gehandicapten, incl. dagbesteding € 301
Zorg met verblijf (per dag), lichamelijk gehandicapten, excl. dagbesteding € 234
Zorg met verblijf (per dag), auditief en communicatief gehandicapten, incl. dagbesteding € 429
Zorg met verblijf (per dag), auditief en communicatief gehandicapten, excl. dagbesteding € 263
Zorg met verblijf (per dag), visueel gehandicapten, incl. dagbesteding € 277
Zorg met verblijf (per dag), visueel gehandicapten, excl. dagbesteding € 208
Bron: Zorginstituut Nederland (2023) Zorgcijfersdatabank.

4.18 Referentieprijzen

Tabel 4.13 geeft een overzicht van alle referentieprijzen die in dit hoofdstuk zijn gepresenteerd. In de laatste kolom is aangegeven in welke paragraaf de desbetreffende zorgeenheid is behandeld.